Foto ter illustratie. Foto: Pixabay.com
Studenten twijfelen over een buitenlandminor, waar meer bij komt kijken dan studenten in eerste instantie denken. Uit onderzoek van de Fontys Hogeschool Journalistiek blijkt dat de negatieve kanten zwaarder wegen dan de positieve kanten die er aan een minor in het buitenland zitten. “Het verbaast mij dat zo’n kleine groep belangstelling heeft”, aldus Jan Hein de Gruijter.
Door: Lot Boone & Stan Wagtman
Pas sinds een aantal jaar meet het CBS de studentenmobiliteit van de studenten in Nederland. Uit onderzoek van het CBS uit 2019 blijkt dat 24% van de studenten uit het hoger onderwijs die in het studiejaar 2017/2018 hun diploma behaalden, een deel van zijn studie in het buitenland volgt. Dit is ook in de twee studiejaren daarvoor het geval. Dit tot het genoegen van Sander Schroevers, Internationaliseringsdeskundige aan de Universiteit van Amsterdam. “Dat was jaren het streefgetal van de Europese Unie. Het leek lang een ambitieus doel. Vroeger bleef het rond de vijftien à zestien procent hangen. Maar het lijkt nu dan toch gelukt”, aldus Schroevers.
Studeren in het buitenland is dus populair onder Nederlandse studenten. Toch lijkt dit in het geval van een minor anders te zijn. Dit ziet ook Jan Hein de Gruijter, coördinator van de buitenlandminor van de Fontys Hogeschool Journalistiek. In het studiejaar 2018/2019 gaan ‘slechts’ twaalf studenten op buitenlandminor. Met meer dan honderd studenten die voor een minor in aanmerking komen, wordt de 24% uit het eerder genoemde onderzoek van het CBS daarmee bij lange na niet gehaald. “Ik zou het iedereen aanraden, maar de motivatie moet wel vanuit jezelf komen”, aldus de Gruijter.
Minpunten
Juist die motivatie ontbreekt bij de meeste studenten. Ook bij Esra Helfrich, student Life Sciences aan de Hogeschool Utrecht, is dit het geval. Ze krijgt de kans om een buitenlandminor te doen maar ziet er uiteindelijk vanaf. “Het feit dat iedereen hier doorgaat met zijn leven en ik daardoor niet alles meekrijg, vind ik lastig. Ik ben dan bang de contacten in Nederland te verliezen.”
Sociaal contact is slechts één van de redenen waarom hbo-studenten afzien van een buitenlandminor, weet De Gruijter. “Geld speelt ook een belangrijke rol. Voor studenten is het een behoorlijke investering.” Dat blijkt ook uit de enquête van de Fontys Hogeschool Journalistiek, gehouden onder studenten. Hieruit blijkt dat van de 31 studenten die de kans kregen een minor te volgen in het buitenland, 25% er vanaf zag vanwege het kostenplaatje. Onder anderen huisvesting, eten & drinken, vliegtickets en het collegegeld moeten zelf worden betaald.
Verder speelt de onduidelijkheid rondom de inschrijving een grote rol. Studenten krijgen soms pas op het laatste moment duidelijkheid over plaatsing op een buitenlandse universiteit. Ook Mirthe van Wijngaarden ondervond dit. Als derdejaarsstudent Journalistiek was zij dicht bij een minor in Finland. “Ik kreeg eind juni pas te horen of ik daadwerkelijk aangenomen was, terwijl ik in augustus al weg moest. Dit zorgde bij mij voor te veel onduidelijkheid.”
Ontwikkeling
Begeleiding vanuit school is er wel maar het komt vooral op de student zelf aan. Zo wordt er op iedere school voorlichting gegeven over de buitenlandminor, maar blijft het vaak bij een simpele presentatie. “Ik moest alles in mijn eentje uitzoeken. Vanuit school was er toen nagenoeg geen begeleiding, maar ik wilde het vooral zelf graag”, vertelt Janneke Wolters. De inmiddels in Praag werkende Janneke volgt haar minor in 2012 in Antwerpen. Zij ondervindt nog altijd het voordeel van haar buitenlandminor. “Het is goed voor je ontwikkeling. Je komt met een andere cultuur in aanraking en je ontwikkelt je zelfstandigheid.”
Ook Schroevers ziet dit als voordeel van studeren in het buitenland. “Papa en mama kunnen niet meer alles voor je doen. Je ontwikkelt je eigen flexibiliteit en aanpassingsvermogen enorm. Daarnaast kun je aan je netwerk bouwen.” Volgens Schroevers is het dan wel essentieel om als student in aanraking te komen met locals. De Internationaliseringsdeskundige vindt zelfs dat 35% van een buitenlandminor moet bestaan uit contacten met locals, al is dat lastig te meten. “Het doel van een exchange is dat je uit je gewone omgeving stapt en ook daadwerkelijk iets leert. Een buitenlandminor moet iets extra’s toevoegen. Alleen dan zien werkgevers de meerwaarde van een minor in het buitenland in. Alleen bier drinken met andere studenten is dus niet genoeg”, aldus Schroevers. “Bedrijven die er echt waarde aan hechten, gaan ook dieper in op hetgeen wat je tijdens je minor hebt geleerd. Ze willen weten wat je hebt gedaan en hoe je jezelf hebt ontwikkeld. Aan alleen feesten heb je dus niets.”
- Afbeelding 3. Foto: Lot Boone & Stan Wagtman
Waardevol
Uit de eerder genoemde enquête (zie afbeelding 3) blijkt dat studenten wel degelijk denken dat een minor in het buitenland een positieve invloed heeft op je carrière. Op een schaal van één tot vijf komt er uit de enquête een gemiddelde van 3,3, op de vraag hoe waardevol een minor in het buitenland kan zijn. “Als ik dat zeker zou weten, had ik misschien een andere keuze gemaakt”, aldus Helfrich. Meer studenten denken daar zo over. 74% van de studenten geeft namelijk aan wél een minor in het buitenland te volgen als dit helpt om later sneller een baan te vinden (zie afbeelding 2).
Schroevers ziet niets in het verplichten van een buitenlandminor, ondanks dat hij er zelf fervent voorstander van is. “Je kunt het niemand verplichten. Mensen moeten altijd zelf kunnen kiezen. Wel kun je, zoals eerder genoemd, bepaalde contacten tijdens de minor verplichten.” Toch vindt er de komende jaren wellicht een stijging plaats. Uit de enquête blijkt namelijk dat 68% nog een minor in het buitenland zou willen volgen. Voorlopig is er dus voldoende interesse in een buitenlandminor. “Als je ambities hebt om in een ander land te werken, is een buitenlandminor heel waardevol”, aldus Wolters.