Van de Verenigde Staten tot Zuid-Korea, Nederlandse profvoetballers vinden we overal ter wereld. In de serie ‘het afstandsschot van..’ komt iedere aflevering een Nederlandse profvoetballer aan het woord die voetbalt in het buitenland, de een wat verder weg dan de ander. In de tweede aflevering: Geoffrey Castillion (28), vorig seizoen spelend voor Fylkir Reykjavík in IJsland.
Als Castillion als veertienjarig jochie in de jeugdopleiding van zijn droomclub Ajax terechtkomt, heeft hij maar één doel: Ajax-1 halen. Het begin is goed. Al snel krijgt de spits als veelscorende jeugdspeler de bijnaam ‘de nieuwe Kluivert’ en wordt hem een grote toekomst voorspeld. De druk op de schouders van de in Amsterdam geboren Castillion is op jonge leeftijd al groot. “Al viel dat bij mezelf nog wel mee. Ik vond het vooral een hele grote eer om met Kluivert vergeleken te worden.”
Tot een debuut in het eerste van de Amsterdammers komt het wel, maar echt doorbreken lukt Castillion niet. Na op huurbasis te hebben gespeeld voor RKC, Heracles en NEC en omzwervingen in de VS, Hongarije en Roemenië, belandt de boomlange aanvaller in 2017 in IJsland. “Als je me dat tien jaar geleden had gezegd, dan had ik je voor gek verklaard.”
Na een aantal succesvolle seizoenen in IJslandse competitie, waarin Castillion aan de lopende band scoort, is hij na zijn periode bij Fylkir Reykjavík vanaf december een vrij man. De komende maanden gaat de transfervrije spits op zoek naar een mooi nieuw avontuur.
Hoe is het Geoffrey?
“Goed! Een tijdje terug hebben we de laatste wedstrijd van het seizoen gespeeld. We zijn uiteindelijk achtste geworden. Ik ben inmiddels alweer een tijdje terug in Nederland.”
Ben je tevreden over je seizoen?
“Ja wel. Ik heb tien goals gemaakt plus eentje in de beker. Het kan altijd beter, vorig seizoen had ik er achttien. Maar toch ben ik er wel blij mee.”
Even terug naar het begin. Veel scoren deed je namelijk ook al in de jeugd van Ajax. Hoe kijk je terug op die tijd?
“Op een goede manier, een hele fijne leerschool. Ik kwam toen ik veertien was in de C1 van Ajax terecht. Vanaf het begin ging het goed en maakte ik veel goals. Met spelers als Daley Blind, Christian Eriksen en Ricardo van Rhijn in de ploeg wonnen we praktisch alle wedstrijden, super mooi om mee te maken. Ik heb vooral heel veel plezier gehad met mijn teamgenoten.”
Je was een toptalent, werd zelfs ‘de nieuwe Kluivert’ genoemd. De verwachtingen waren hoog. Wat heeft dat met jou gedaan tijdens je Ajax-tijd?
“Ik vond die vergelijkingen juist wel mooi, een enorme eer zelfs. Echt veel last heb ik er niet van gehad. Ik merkte toen ook wel wel dat ik een van de betere spelers van mijn lichting was, maar dacht altijd: dat moet ik eerst maar zien waar te maken.”
Toch heb je de verwachtingen nooit helemaal waar kunnen maken. Frank de Boer, jouw trainer in de A1 en een tijdje in het eerste bij Ajax, heeft wel eens gezegd dat het bij jou puur een mentale kwestie is geweest.
“Daar ben ik het wel mee eens. Voor een gedeelte ligt het natuurlijk aan mezelf. Inmiddels zie ik wel in dat ik er soms wat te makkelijk over dacht. Als ik toen serieuzer was geweest, was ik misschien nu wel verder dan ik daadwerkelijk ben.”
En het andere gedeelte?
“Blessures. De dag na mijn debuut tegen ADO Den Haag (3-2 nederlaag, red.) speelde ik mee met Jong Ajax en liep ik kraakbeenschade op. Daar sukkelde ik uiteindelijk heel lang mee. Het duurde een paar maanden. Mijn debuut in Ajax-1 heb ik daardoor nooit écht een goed vervolg kunnen geven.”
“Ik dacht: misschien is IJsland wel goed, gewoon weer minuten gaan maken”
Frank de Boer gunde je je debuut bij Ajax. Hoe was het om hem als trainer te hebben?
“Mooi, heel leerzaam. Hij was zelf een geweldige speler vroeger. In de jeugd was hij al mijn trainer, dus hij kende me al. Daarnaast gaf hij jonge spelers vaak de kans en dat geeft natuurlijk vertrouwen.”
Baal je ervan dat het niet is gelukt bij Ajax?
“Tuurlijk, maar wakker lig ik er niet van. Alles gebeurt met een reden. Dit is gewoon mijn pad geweest. Blijkbaar moest het zo zijn.”
Je ging in 2014, na verschillende verhuurperiodes, uiteindelijk definitief weg bij Ajax en komt terecht bij New England Revolution in de Verenigde Staten.
“Dat was echt wennen, heel anders dan in Europa. Best een grote stap ook. Het Amerikaanse leven ligt mij wel, maar ik speelde te weinig om het echt naar mijn zin te kunnen hebben. Toen ik daar speelde was de competitie nog niet zo ver ontwikkeld als dat die nu is.
De faciliteiten bij de club waren wel erg goed, heel professioneel. Ook de leefomstandigheden waren prettig. Ik leefde in een soort community, waarbij je in een beschermde gemeenschap woont. Het is niet zo dat je dan helemaal van de bewoonde wereld af bent, maar het is een soort van klein dorpje eigenlijk. “
Uiteindelijk vertrek je uit de Verenigde Staten en ga je in het Oostblok voetballen. Hoe was je tijd daar?
“Ups and downs. Bij FC Universitatea Cluj in Roemenië had ik echt een leuke tijd. Alfons Groenendijk en zijn assistent George Oghararu, die ik allebei kende van Ajax, waren mijn trainers. Helaas werden ze al na een maand na mijn transfer ontslagen, haha. Daarna werkt het niet meer.
Toen naar Hongarije, naar Debreceni VSC. Het leven is Hongarije is heel anders dan in Roemenië. Hongarije kun je wat dat betreft wel een beetje vergelijken met Nederland. Vooral aan het begin had ik het erg naar mijn zin. We kregen netjes iedere maand betaald, speelden in een mooi stadion en hadden mooie trainingsfaciliteiten.”
Tekst gaat verder onder foto
Zeker op het begin heb je daar nog wel wat goals gemaakt, bijvoorbeeld in de voorronde van de Europa League.
“Klopt, de eerste trainer die ik daar had was best wel fan van mij en ik kon het goed met hem vinden. De president van de club bepaalde uiteindelijk dat ik verhuurd moest worden (aan Puskás Akadémia FC, red.). We hadden te veel spitsen in de selectie.
Dat ging niet super. Toen ik terugkwam speelde ik weer alles, scoorde ik, maar toen werd de trainer ontslagen. Met de Portugese trainer kon ik het niet goed vinden. Ik wilde weg.”
IJsland
Je contract bij Debreceni VSC wordt in februari 2017 ontbonden. Je kiest voor IJsland. Hoe kom je daar terecht?
“Mijn zaakwaarnemer vroeg aan mij: zou je in IJsland willen voetballen? Ik moest er een paar dagen over nadenken, maar toen dacht ik: misschien is dat wel goed, gewoon weer minuten maken.”
Voor welke clubs in IJsland heb je gespeeld?
“Ik begon in 2017 bij Víkingur Reykjavík. Daar ging het best wel goed. Ik scoorde elf keer en verdiende een transfer naar FH Hafnarfjördur. Helaas liep het voor geen meter. Halverwege de competitie werd ik verhuurd aan mijn oude club (Víkingur, red.), waar ik weer begon te scoren. Na mijn verhuurperiode werd al snel duidelijk dat bij FH Hafnjarfordur geen plek meer voor me was. Het laatste jaar van mijn contract, in 2019, werd ik verhuurd aan Fylkir Reykjavík. Zo ver zijn we nu.”
Je hebt tien keer gescoord voor Fylkir in de competitie, vorig seizoen dertien keer. Hoe kan het dat je in IJsland zo makkelijk het net vindt?
“Vertrouwen. De trainer zag het in me zitten en ik speelde veel. De speelstijl , vergelijkbaar met de lagere Engelse divisies, ligt mij ook wel. Je speelt soms echte vechtwedstrijden en komt met meer dingen weg.”
Tekst gaat verder onder foto
Leeft voetbal een beetje in IJsland?
“Ja, heel erg. Dat komt vooral doordat de nationale ploeg zich de laatste jaren plaatst voor eindtoernooien. Ik heb tijdens het WK 2018 hier met enorm veel mensen op een groot scherm gekeken, heel leuk.
Maar je moet het wel in perspectief zien. Het seizoen loopt van april tot september, want in de winter is het te koud om te voetballen. Verder wonen er maar ongeveer 300 duizend mensen in IJsland. Stadions heb je hier niet echt. De meeste clubs spelen in Reykjavik. Daardoor speel je soms uitwedstrijden op tien minuten rijden. Dan ben je wel weer lekker snel thuis, haha.”
Klopt het beeld dat er van IJsland is: koud, vulkanen en geisers?
“Haha, geisers en vulkanen genoeg hier, alleen moet je dan verder het land in. Er is wel heel veel mooie natuur, maar voor de rest is Reykjavik een normale stad.
Toch voelde het toen ik voor de eerste keer in IJsland kwam een beetje onrealistisch. Het was soms alsof ik naar een achtergrondfoto van een computerscherm keek. De zon die zó mooi op de bergen schijnt, snap je wat ik bedoel? in IJsland zie je dat echt. Indrukwekkend, maar later wen je eraan.”
Hoe beviel het leven in Reykjavík?
“Goed, hoor. De meeste mensen spreken Engels. In de supermarkt kun je alles vinden wat je zoekt. Het is alleen wel een relatief duur land.
Er liggen in de supermarkt ook geitenkoppen, dat is echt voor de locals hier. Die liggen je in het vriesvak aan te kijken. Maar dat is het ook wel, het valt wel mee.”
“Het was soms alsof ik naar een achtergrondfoto van een computerscherm keek, zúlke mooie natuur“
Hoe zagen jouw dagen er verder uit?
“We trainden altijd rond half zes, omdat de meeste spelers naast het voetbal een normale baan hebben. Naast voor mezelf trainen ging ik soms naar een zwembad, even naar het winkelcentrum of wandelen in de buurt. De natuur is hier schitterend en doordat er zo weinig auto’s rijden, is de lucht heel fris, dus ik wandelde graag. Verder is er niet veel te beleven.”
Hoe is het weer in IJsland?
“Toen ik in 2017 in IJsland kwam, was het vreselijk koud en lag er nog een pak sneeuw. Er werd mij ook verteld dat het in IJsland nooit meer dan vijftien graden wordt. Maar nu is het dat in oktober nog wel gewoon. Dat is heel goed te doen. Te vergelijken met Nederland.”
Terugkeer?
Daarover even. Miste je Nederland?
“Best wel eigenlijk, haha. Mijn familie en gezin (met twee kinderen red.) wonen in Nederland, dus die miste ik sowieso. Ik ging tijdens het seizoen wel een aantal keer terug. Mijn kinderen zijn nog jong en die wil je gewoon zo vaak mogelijk zien.
Daarnaast miste ik Amsterdam heel erg, het even met je vrienden de stad in kunnen. Ik was altijd heel blij als ik weer terug kon naar Nederland.”
Hoe ziet je toekomst er nu uit?
“Mijn contract loopt door tot december, dus in principe ben ik daarna transfervrij. Na drie jaar IJsland vind ik het eigenlijk wel mooi geweest. Ik weet natuurlijk nog niet wat er op mijn pad komt, maar ik wil graag een nieuw avontuur aangaan.”
In Nederland?
“Dat zou heel mooi zijn, al sta ik overal voor open. Met mijn zaakwaarnemer bekijk ik de mogelijkheden. Hopelijk kan ik vanaf januari ergens aansluiten.
In ieder geval wil ik dichter bij mijn gezin zijn. Ik hoop dat ze met me mee kunnen. De volgende stap moet zowel voor mij als voor mijn gezin de juiste zijn.”