Van de Verenigde Staten tot Zuid-Korea, Nederlandse profvoetballers vinden we overal ter wereld. In de serie ‘het afstandsschot van..’ komt iedere aflevering een Nederlandse profvoetballer aan het woord die voetbalt in het buitenland, de een wat verder weg dan de ander. In de zesde aflevering is het afstandsschot van: Bart Schenkeveld, speler van Panathinaikos in Griekenland.
Zijn tegenstander opeten, tackelen en strijden voor de zege. Tegen de Griekse club AE Larissa vlamde Schenkeveld zaterdag weer negentig minuten lang. En niet voor het eerst dit seizoen. Al zestien competitiewedstrijden begon Schenkeveld in de basis voor zijn club Panathinaikos. Het kan dus toch voor de verdediger uit Den Hoorn, een blessurevrij bestaan als voetballer.
Want dat vertrouwen verliest de inmiddels 28-jarige Schenkeveld vroeger wel eens. In de jeugd van Feyenoord geldt hij jarenlang als groot talent. Vanaf Varkenoord kan hij de Kuip al op de achtergrond zien liggen. Hij doorloopt de Rotterdamse jeugdopleiding en maakt op 29 november 2009 zijn eerste minuten in de Kuip. Het moet slechts een opmaat zijn naar de grote carrière die hem wordt voorspeld, maar het loopt anders. Drie kruisbandblessures en meniscusproblemen gooien roet in het eten. “Over mijn tijd in Nederland ben ik totaal niet tevreden. Ik blijf voor altijd zitten met het gevoel: wat als ik niet geblesseerd was geraakt?”
Schenkeveld knokt zich keer op keer terug. Hij speelt nog voor Excelsior, Heracles en PEC Zwolle, maar echt plezier op het voetbalveld heeft hij dan al niet meer. In 2017 gooit Schenkeveld het roer om. Hij laat Nederland achter zich om bij Melbourne City het avontuur Down Under aan te gaan. En dat pakt goed uit. “Ik heb daar een geweldige tijd gehad. Je leert jezelf kennen, vooral als mens. Het land zelf is prachtig. Een combi tussen Zuid-Europa en Nederland.”
Vijftig wedstrijden speelde Schenkeveld voor de Australische club, maar in augustus vorig jaar is het tijd voor een nieuw avontuur. Hij verlaat Melbourne en verhuist naar het voetbalgekke Athene, om te gaan voetballen voor twintigvoudig landskampioen Panathinaikos. “Het is een enorme club, dat merk je aan alles. Ook het leven is super. Ik heb een mooi appartement aan de kust. Maar het allerbelangrijkste is dat ik alles speel en blessurevrij ben.”
Bart, mag ik zeggen dat je carrière er een is met ups & downs?
“Dat kun je wel stellen. Blessures hebben veel in m’n carrière kapot gemaakt. Ik kan daar nog steeds niet mee omgaan. Ik hou altijd het gevoel dat er veel meer in had gezeten.”
Waar had jij kunnen zijn als je niet zo veel blessureleed had gekend?
“Dat is moeilijk te zeggen. Ik ben er vier jaar uit geweest met blessures, dat helpt natuurlijk niet. Soms miste ik voor mijn blessures ook de juiste begeleiding.”
Tekst gaat verder onder foto
Wat bedoel je daarmee?
“Bij de kleinere clubs waren de faciliteiten er niet. Bij PEC was er bijvoorbeeld één fysio, die ook nog eens parttime werkte. Daarnaast was de verzorger er tot twee uur. Zij waren er dan voor het hele team. Iemand met mijn blessuregeschiedenis heeft meer begeleiding nodig. Ik neem niemand iets kwalijk, maar het heeft niet geholpen.”
Je debuteerde ooit op achttienjarige leeftijd voor Feyenoord. Wat weet je daar nog van?
“Toen ik op Varkenoord speelde, was dat altijd mijn droom. Tijdens het trainen zie je de Kuip op de achtergrond liggen. Het is een prachtig moment als je dan je debuut maakt. Dat is niet iedereen gegeven.”
Je speelde daarna nog voor Excelsior, Heracles en PEC. Ben je tevreden met je carrière in Nederland?
“Nee, totaal niet. Voor mijn gevoel heb ik me in Nederland nooit echt bewezen. Bij Excelsior ging het wel redelijk. Bij Heracles speelde ik nog wel veel. De periode bij PEC was minder, daar liep het eigenlijk nooit lekker. Ik ging me steeds meer opvreten. Dit was niet hoe ik me mijn carrière voorstelde.”
Had je daar veel last van?
“Heel erg. Je voetbalt dan alleen tegen je eigen lichaam in plaats van je tegenstander. Daarnaast heb je geen plezier meer op het veld.”
Uiteindelijk vertrok je in 2017 naar Melbourne City. Hoe kwam die transfer tot stand?
“De City Group wilde me kopen en ik wilde weg bij Zwolle, dus de keuze was makkelijk. Daarnaast heeft de City Group een enorm goede medische staf en beschikt het over de juiste faciliteiten. Dat was de belangrijkste keuze om de stap te maken. Qua niveau een stapje terug, maar ik kon daar juist weer groeien.”
Hoe beviel het in Australië?
“Een schitterende ervaring, ook als mens. Ik woonde daar op mezelf, nadat ik net een relatie van vier jaar achter de rug had. Dan leer je jezelf wel kennen. Maar het is echt een aanrader. Het klimaat is beter dan in Nederland en de levensstandaard hetzelfde. Er heerst een hele relaxte vibe.”
“Er gaat hier nog wel eens een vuurwerkbom af, maar ik vind die poppenkast eigenlijk wel leuk”
Hoe kijk je naar de bosbranden in Australië?
“Ik ken mensen die daar familieleden in de omgeving hebben. Het doet me veel. Die mensen raken alles kwijt. Daarnaast is het verschrikkelijk om te zien hoeveel dieren er dood zijn gegaan en hoeveel natuur er is verwoest.”
Volg je de situatie extra omdat je er hebt gespeeld?
“Natuurlijk volg ik de situatie. Het contact met de mensen die ik daar leerde kennen, is wel minder. Voor mij maakt het ook niet extra uit omdat ik daar heb gespeeld. Dit is waar dan ook ter wereld heel erg.”
Je was bij Melbourne een belangrijke speler. Waarom ben je niet gebleven? “Ik wilde meer, kijken waar mijn niveau lag. Ik kreeg veel aanbiedingen van clubs uit het Oostblok. Sommige waren financieel aantrekkelijk, maar het was toch niet wat ik zocht. Zo kon ik naar Rusland, maar daar werd ik uiteindelijk toch niet vrolijk van. Panathinaikos sprak me het meest aan. Ik wilde zien of ik het niveau aan kon.”
En?
“Het gaat super goed. Ik kwam pas in augustus, maar speelde al vanaf de tweede week dat ik hier was. Eigenlijk heb ik daarna ook alles gespeeld, dus ik heb niks te klagen.”
En hoe bevalt de club?
“Je merkt aan alles dat Panathinaikos een heel grote club is. De fans zijn enorm fanatiek en emotioneel. Ze beleven voetbal compleet anders dan supporters in Nederland. Op dit moment staan we in de middenmoot, maar we willen in de top drie eindigen.”
Tekst gaat verder onder foto
Ben je van plan Grieks te leren?
“Totaal niet. Het is zo’n andere taal. Wat ik op pik is mooi meegenomen, maar ik hou het op Engels. Grieken spreken eigenlijk best goed Engels. En lukt dat niet, wijs ik het gewoon aan.”
Hoe communiceer je met je ploeggenoten?
“Grieks is de voertaal bij ons, maar een tolk vertaalt alles. Dat is niet makkelijk, maar we moeten het ook niet moeilijker maken dan het is. We weten allemaal wel hoe het spelletje werkt.”
Het Griekse voetbal staat toch bekend om zijn incidenten, passie en vuurwerk. Wat heb jij al meegemaakt?
“Het leeft echt gigantisch hier. Als je met de spelersbus langs een controle bij een tolweg komt, dan wordt er gezegd: jullie moeten winnen, anders hebben jullie een probleem. Dat vind ik persoonlijk wel mooi en zie het meer als iets positiefs. We rijden bij grote wedstrijden vaak met ME-bussen naar het stadion. Het is allemaal lekker emotioneel, er gaat nog wel eens een vuurwerkbom af. Ik vind die poppenkast eigenlijk wel leuk.”
“Grieken zijn niet lui, maar echt de dupe van de crisis in het land”
En hoe is Griekenland als land?
“Heel mooi. In de zomer is het hier natuurlijk heerlijk warm. Ik woon zelf in een appartement dichtbij de kust, in het zuiden van Athene. Het appartement ligt in de bergen en van daaruit heb ik een prachtig uitzicht over zee. Daar komt bij dat de mensen heel behulpzaam en vriendelijk zijn.”
Wat doe jij op een gemiddelde dag?
“Soms ga ik in de buurt lekker koffie drinken of lunchen. Meestal trainen we aan het eind van de middag, rond vijf uur. In de ochtend zijn we vaak vrij, dus dan heb je tijd om iets anders te doen. Maar hele spannende dingen doe ik ook weer niet.”
Griekenland beleeft zelf niet de beste periode op economisch vlak. Wat merk jij daarvan?
“De mensen hebben het hier best wel zwaar. Griekenland is een mooi vakantieland, maar het verschil tussen rijk en arm is enorm. Er heerst veel frustratie onder de Grieken. De meeste Griekse mannen hebben zelfs twee banen, omdat ze anders niet rondkomen. De ‘normale’ Griek is hier echt de dupe van de crisis. Vroeger dacht ik ook dat Grieken vroeg met pensioen gingen en gewoon niet wilden werken, maar ik weet inmiddels wel beter.”
Tekst gaat verder onder foto
Wat zie je daar zelf van terug?
“Bij mij in de buurt zie ik het niet, maar je weet dat het zo is. Ik praat met mensen van de club die weten hoe de situatie in elkaar zit. Een voorbeeldje: als je weet dat een Griek gemiddeld zevenhonderd tot duizend euro verdient, dan is het krankzinnig dat iemand voor een volle tank zeventig euro betaalt. Dat is hier dus wel zo.”
Je bent nu drie jaar actief in het buitenland. Ben je van huis uit avontuurlijk ingesteld?
“Dat is de laatste jaren gegroeid. Als mens is het goed om uit je comfortzone te komen. Mij beviel dat eigenlijk best wel goed. Je groeit daardoor enorm als persoon.”
Zien we je ooit nog terug op de Nederlandse velden?
“Voorlopig niet, want mijn contract loopt pas eind volgend seizoen af. Ik kijk ook niet te ver vooruit. Ik zie wel waar het schip strandt. Ik zou me zeker nog wel willen laten zien in Nederland, maar dan moeten de medische faciliteiten er wel zijn.”