Van de Verenigde Staten tot Zuid-Korea, Nederlandse profvoetballers vinden we overal ter wereld. In de serie ‘het afstandsschot van..’ komt iedere aflevering een Nederlandse profvoetballer aan het woord die voetbalt in het buitenland, de een wat verder weg dan de ander. In de vijfde aflevering is het afstandsschot van: Ben Rienstra, speler van de Turkse club Kayserispor.
Eindelijk was het dan zo ver voor Rienstra, afgelopen zomer. Met de stap van Heerenveen naar Kayserispor had hij op 29-jarige leeftijd zijn zo gewenste buitenlandse avontuur te pakken. Samen met zijn gezin vertrok Rienstra van het rustige Friesland naar de Turkse miljoenenstad Kayseri. Op zo’n vier uur vliegen van Amsterdam, vanaf de 21ste verdieping van zijn appartement in de stad, vertelt Rienstra over zijn eerste maanden als voetballer van Kayserispor. “We hebben het goed naar ons zin, al moeten we nog altijd aan dingen wennen. Kayseri is een enorme stad, maar niet zo hectisch en dichtbevolkt als Amsterdam.”
Ruim veertig kilometer van die stad, in Alkmaar, werd Rienstra geboren. Toch was het niet jeugdclub AZ waar hij doorbrak. Bij Heracles maakte Nederland voor het eerst kennis met Rienstra. Uiteindelijk droeg de middenvelder nog het shirt van PEC Zwolle, AZ en Willem II, voor hij in 2018 bij Heerenveen terechtkwam. Op 8 augustus 2019 meldde de Friese club een akkoord met de Turkse club Kayserispor over een transfer van Rienstra. En zo gebeurde wat lang onmogelijk leek. “Vanwege mijn zieke zoontje was het toen geen optie om naar het buitenland te gaan. Lang was onduidelijk of hij het wel zou redden. Voordat alle seinen op groen stonden, wilden we dan ook niet weg uit Nederland.”
Omdat het goed gaat met zoontje Raphaël, was een club buiten Nederland afgelopen zomer wél een optie. Het werd Turkije, Kayseri in Centraal-Anatolië om precies te zijn. “We wonen naast een groot Europees winkelcentrum en een grote berg. In de zomer is het hier heerlijk warm, in de winter kunnen we skiën. Plus dat Kayserispor een hele mooie club is.”
Op Instagram plaatste je een foto dat je zoontje en jij bij een Turkse barber waren. Jullie hebben je inmiddels aardig aangepast, zo te zien?
“Ja, zeker. We voelen ons hier thuis. De hele familie heeft het naar zijn zin. Het was wennen, maar we groeien hier nog meer naar elkaar toe.”
Je bent pas een paar maanden weg uit Nederland, waar je je hele carrière hebt gespeeld. Hoe kijk je terug op die tijd?
“Aan mijn doorbraak bij Heracles heb ik nog mooie herinneringen. Ik heb daar ook mijn vrouw ontmoet. Voor de rest was het wisselend. Met PEC Zwolle won ik mijn enige prijs, de Johan Cruijff Schaal op bezoek bij Ajax (0-1, red). Europees voetbal spelen met AZ blijft je ook wel bij. Voor de rest was het bij Willem II en Heerenveen ook prettig.”
Waarom is er nooit een echte topclub voor jou gekomen?
“Geluk speelt daarin een rol. Er moet maar net een plekje vrij zijn bij een van die clubs. Toch was het bij AZ, net onder die top drie, ook prima.”
Je kon verschillende keren naar het buitenland. Vanwege de situatie van je zoontje ging dat niet. Hoe heb je die tijd beleefd?
“Het was een hele heftige periode. Je speelt dan met allerlei gedachtes in je hoofd. Lang was het de vraag of hij het wel redde. Op een gegeven moment wisten we dat hij genezen was, maar we wilden niet weg voor de behandeling compleet was afgerond.”
Hoe lastig is het dan om de focus op het voetbal te houden?
“Heel lastig. Het was voor mij extra speciaal toen ik voor Willem II scoorde tegen AZ. Zij verhuurden mij namelijk. Toen kwamen alle emoties eruit. Een paar dagen ervoor kreeg mijn schoonvader ook nog een ernstig auto-ongeluk, dus dan trek je het allemaal niet meer.”
Nog even over je zoontje. Hoe gaat het nu met hem?
“Dat gaat geweldig. Hij is volledig genezen. Hij leert op school nu Turks en Engels.”
Goed om te horen. Dus toen Kayserispor deze zomer kwam, dacht je: pakken die kans?
“Ik wilde sowieso al graag naar het buitenland, voor het avontuur of het geld. Ik wilde het in ieder geval meemaken.”
Heb je lang getwijfeld?
“Het duurde wel even voor de clubs eruit waren, dus ik heb wel even kunnen nadenken. Het hielp dat een van de vrienden van mijn schoonvader uit Kayseri komt. Bij hem kon ik informatie inwinnen.”
En toen ging je van Heerenveen naar een grote stad als Kayseri.
“Dat is wel even anders. Toevallig kijk ik nu vanaf mijn appartement op de 21ste verdieping over de stad. Het is een hele grote stad, maar niet extreem druk. Het is hier allemaal niet zo hectisch, zoals het in Amsterdam wel is.”
Hoe wonen jullie daar?
“We hebben een groot appartement met drie slaapkamers en twee badkamers. In dit complex wonen wel meer spelers. De eerste maand woonde ik in m’n eentje in een hotel. Pas toen de woning en meubels geregeld waren, is ook mijn familie overgekomen. We wonen naast een Europees winkelcentrum en een grote berg. Daar kun je in deze periode van het jaar skiën. Dat zou je hier misschien niet direct verwachten.”
Tekst gaat verder onder de foto
Hoe is het weer daar?
“Het verschilt heel erg. Tot eind oktober is het heet, daarna wordt het een stuk kouder. Vorige week was het zelfs een paar graden onder nul. Toen gingen we de bergen in en hebben de kinderen in de sneeuw gespeeld.”
Hoe zien jouw dagen eruit?
“Het ligt eraan hoe laat we trainen. Inmiddels is niet lang geleden de derde trainer van het seizoen ontslagen. Per trainer is het dus verschillend. Hij bepaalt ons weekschema. We trainen meestal een keer per dag. Soms om elf uur, soms om één uur. Dat is goed te doen.”
Hoe vind je dat het tot nu toe gaat?
“We staan op dit moment op een degradatieplek, dus dat is minder. Onder de eerste trainer heb ik alles gespeeld, maar hij moest er na zeven wedstrijden uit. De volgende trainer was er daarna maar drie wedstrijden. Sinds de komst van de derde trainer zit ik vaker op de bank, al speelde ik vlak voor de winterstop wel weer. Ik ben niet altijd meer basisspeler, maar daar moet je mee omgaan.”
Waar ligt het aan dat het niet helemaal lekker draait?
“Op het begin misten we wat geluk. Thuis tegen Galatasaray bijvoorbeeld, toen we in de honderdste minuut de 3-2 om onze oren kregen. We hadden daarvoor net drie rode kaarten gekregen. Als je lang niet wint, ga je achter de feiten aanlopen. Maar ik geloof erin dat het goed komt.”
Tekst gaat verder onder de foto
Heb je al wat gemerkt van de Turkse voetbalgekte?
“Ja, zeker. De fans zijn hier zo gepassioneerd. Iedereen in het stadion staat en schreeuwt, vol emotie. Laatst speelden we uit tegen Besiktas. Die sfeer was niet normaal. Compleet onvergelijkbaar met Nederland.”
Hoe goed is jullie stadion tijdens wedstrijden gevuld?
“De derby wordt goed bezocht. Bij de andere thuiswedstrijden zijn de tribunes vaak voor de helft gevuld. Wat me hier wel opvalt, is dat bijna iedere club een groot, modern stadion heeft. Je speelt niet vaak in een versleten stadion.”
Moest je wennen aan het Turkse voetbal?
“Ja, toch wel. Het spel is heel anders. Maar vanaf het begin probeer ik me zo veel mogelijk aan te passen. Aan het vele vliegen moest ik nog meer wennen. Voor bijna iedere uitwedstrijd moet je vliegen, omdat de afstanden te groot zijn.”
Hoe communiceer je met je teamgenoten?
“Er is een tolk die alles vertaalt. Ik ben niet van plan om Turks te gaan leren, al begrijp ik de makkelijke woorden inmiddels wel. Als we uiteten gaan of ergens in de stad zijn, kan ik me inmiddels wel aardig redden.”
Mis je Nederland?
“Niet echt, eigenlijk. Misschien bepaalde dingen qua eten, maar je past je automatisch aan.”
Tekst gaat verder onder de foto
Ga je nog wel eens terug?
“Sinds ik in Turkije speel, ben ik een keer terug naar Nederland geweest. Dat kan dan soms tijdens de interlandperiode. Maar laatst kozen we er tijdens een interlandperiode voor om naar Istanbul te gaan. Een geweldige stad en maar een uurtje vliegen.”
Je broertje Daan speelt voor RKC in de eredivisie. Gaan ze het redden?
“Ik hoop het. Ze voetballen best aardig. Ze hadden meer punten verdiend. Mocht hij in de toekomst naar Turkije kunnen, zou ik hem dat zeker aanraden.”
En jij, zie je jezelf voor langere tijd blijven?
“Je weet nooit hoe het loopt. Het kan in januari of in mei compleet anders zijn. Het is een voordeel dat we nu niet perse terug hoeven vanwege de kinderen. Ze zijn nog jong, dus ze kunnen nu nog wat makkelijker mee. Maar de eerste maanden bevallen goed.”