Van de Verenigde Staten tot Zuid-Korea, Nederlandse profvoetballers vinden we overal ter wereld. In de serie ‘het afstandsschot van..’ komt iedere aflevering een Nederlandse profvoetballer aan het woord die voetbalt in het buitenland, de een wat verder weg dan de ander. In de achtste aflevering is het afstandsschot van: Boy de Jong, speler van Stellenbosch FC in Zuid-Afrika.
Wanneer Boy de Jong in een korte broek en een T-shirt vanaf zijn balkon voor zich uit staart, ziet hij een prachtig golfresort liggen. Heerlijk om bij te komen voor de 25-jarige doelman van Stellenbosch FC, die er net een dag op heeft zitten in de veertig graden sterke Zuid-Afrikaanse zon. De geboren Hagenaar heeft het geweldig naar zijn zin in het land, op zo’n elf uur vliegen van Nederland. “Dit is een verschrikkelijk mooie ervaring. Soms voelt het nog steeds als vakantie. De omgeving is werkelijk geweldig en het land ook.”
Een uitwedstrijd nabij de Zimbabwaanse grens is geen uitzondering voor De Jong en zijn ploeggenoten. Het is toch even wat anders dan een carrière in de Kuip. Als jeugdspeler van Feyenoord voorspelt men De Jong een grote toekomst. Na het winnen van het EK onder 19 ligt de voetbalwereld aan zijn voeten. ,,Ik was altijd een van de meest talentvolle doelmannen van mijn generatie. Bij het Nederlands elftal hadden we een geweldige ploeg met onder anderen Memphis Depay en Tonny Vilhena. We speelden iedereen overhoop.”
Toch bereikt De Jong nooit de absolute top. Via Excelsior en PEC Zwolle komt hij uiteindelijk bij Telstar terecht. Een vervelende situatie met Rody de Boer zorgt ervoor dat hij Velsen-Zuid achter zich laat. Via Anderlecht strijkt De Jong in de zomer van 2019 in Zuid-Afrika neer. Na een eerste half jaar met veel speelminuten is De Jong nu bankzitter. Spijt van zijn overstap heeft hij niet, integendeel. “We hebben al walvissen, pinguïns en heel veel andere dieren in het echt gezien. Ook is Kaapstad heel dichtbij, dus we zijn daar ook al een aantal keer geweest. Het is niet te vergelijken met Nederland.”
Je voetbalt in de Zuid-Afrikaanse competitie, voor Stellenbosch FC. Had je dat ooit kunnen denken toen je nog bij Feyenoord speelde?
“Dat had ik toen niet verwacht, nee. In de jeugd van Feyenoord was de Kuip halen altijd mijn grote doel, om van daaruit door te groeien naar grote Europese competities. Dat is wel even anders gelopen.”
Eventjes terug naar het begin. Je stond in de jeugd van Feyenoord te boek als een groot talent. Hoe heb je je tijd daar beleefd?
“Dat was een hele mooie tijd. Ik was een van de beste keepers van mijn generatie. Dat was ook wel te merken, want van de onder 15 tot onder 19 doorliep ik alle jeugdelftallen van het Nederlands elftal. In de jeugd ging het allemaal vrij vlekkeloos, maar in de echte mannenwereld was dat wel anders.”
Rody de Boer heeft me een steek in m’n rug gegeven
Boy de Jong
Waardoor is je talent er nooit helemaal uitgekomen?
“Dat vind ik lastig om te zeggen. Ik werd al snel verhuurd aan Excelsior, maar daar zat ik het hele seizoen op de bank. Toen werd ook mijn contract bij Feyenoord niet verlengd. Al denk ik dat dat al voor die verhuurperiode beslist was, omdat Feyenoord gokte op een Pools keeperstalent. Ik had op meer steun van de club gerekend.”
Je hebt je debuut in de Kuip nooit mogen maken. Is dat een smetje op je carrière?
“Dat is een smetje, al heb ik wel jaren in de beste jeugdopleiding van Nederland mogen spelen. Joop Hiele was bijvoorbeeld mijn keeperstrainer. Van hem heb ik ontzettend veel geleerd. De manier waarop ik weg ben gegaan is wel jammer. Ik heb er nooit duidelijkheid over gekregen.”
Je won in die tijd het EK onder 17 met Oranje. Je speelde met grote namen als Memphis Depay, Tonny Vilhena. Hoe was dat?
“Heel gaaf. Eerlijk gezegd verbaasde het me niet dat we het toernooi wonnen. We hadden een verschrikkelijk goed en talentvol elftal. We versloegen Duitsland met 5-2, waar Emre Can toen ook meespeelde. We werden daar (Servië, red.) behandeld als echte sterren.”
En er hing nog een mooie beloning aan vast, he?
“Inderdaad. We mochten toen naar het WK in Mexico. Dat was ook een geweldige ervaring. Voor wedstrijden gingen we altijd onder zware begeleiding naar het stadion. Ongelofelijk om mee te maken.”
Via Excelsior en PEC Zwolle kwam je uiteindelijk terecht bij Telstar. Daar heb je best veel wedstrijden gekeept. Hoe vond je het daar gaan?
“Telstar en ik waren blij met elkaar. Ik wilde me daar vooral in de kijker spelen zodat ik misschien wel weer een stap hogerop kon maken. Bewust een stapje terug dus om mezelf vanuit daar weer door te kunnen ontwikkelen. Helaas werd dat anders toen Telstar Rody de Boer haalde.”
Vertel?
“Rody is familie van mij, een achterneefje. Dat leverde een hele rare situatie op. Hij kwam bij Telstar eigenlijk mijn plek innemen. Ik voelde het al een zekere tijd aankomen. Het zorgde ervoor dat de twee kanten van de familie elkaar voorbij liepen.”
In hoeverre was Telstar van de situatie op de hoogte, denk je?
“Zij wisten het niet, denk ik. We hebben niet dezelfde achternaam natuurlijk. Maar Rody en z’n familie wisten het wel en hebben nooit iets gezegd. Ik denk dat zij al wisten dat hij eerste keeper zou gaan worden. Anders ga je niet concurreren met een familielid.”
En is het contact tussen jullie ooit weer hersteld?
“Nee, niet meer. Vroeger zagen we elkaar wel eens bij de oma’s, maar nu heb ik daar echt geen behoefte meer aan. Hij heeft me een steek in m’n rug gegeven. Als hij me van tevoren even had opgebeld, was het al heel anders geweest.”
Anderlecht bood uitkomst. Een mooie transfer naar een Belgische topclub. Hoe kwam die transfer tot stand?
“Het was voor mij een uitweg voor de situatie bij Telstar. Mijn vader is al bijna tien jaar keeperstrainer bij Anderlecht. Zo is het balletje gaan rollen. Voor mij was het een prachtige stap. Ik ging de Champions League meemaken. Dat kunnen er niet veel zeggen.”
Gaaf. Hoe speciaal was dat?
“Heel speciaal. Wij zaten bij Paris Saint-Germain, Bayern München en Celtic in de poule. De avond van tevoren train je in hun stadion. Ik was als derde doelman overal bij. Je maakt het echt mee.”
Ben je dan op zoek naar een shirtje?
“Nee, het gaat mij meer om de ervaring. Zoals toen ik in de catacombe opeens naast Neymar liep. Dan sta je toch wel een beetje raar te kijken. Mooie ervaringen.”
Over mooie ervaringen gesproken: je zit nu in Zuid-Afrika, bij Stellenbosch FC. Hoe kwamen zij bij jou terecht?
“Via een Zuid-Afrikaanse zaakwaarnemer die ik al langer kende. Afgelopen zomer zocht hij contact en vroeg hij hoe ik tegen een Zuid-Afrikaans avontuur aan keek. Ik stond er direct voor open, zo lang ik maar zou gaan spelen.”
Maar toch, zo’n stap is niet niks. Heb je nog lang getwijfeld?
“Ja, dat wel. Vooral vanwege m’n vriendin en dochtertje. We wisten niet wat we van Zuid-Afrika konden verwachten. Uiteindelijk besloten we het avontuur maar gewoon aan te gaan.”
Hebben jullie erg moeten wennen?
“Dat valt wel mee. Je mist je familie en vrienden wel, maar Facetime is een goede oplossing. Het land Nederland mis ik niet. Zuid-Afrika is schitterend.”
Even over het voetbal. Hoe professioneel gaat het er daar aan toe?
“Best wel professioneel. De velden zijn droog hier, maar verder zijn de omstandigheden prima. We worden goed verzorgd. Zo krijgen we altijd ontbijt en lunch. De competitiewedstrijden spelen we in de WK-stadions van het toernooi in 2010.“
Maak je daar gekke dingen mee op voetbalgebied?
“Ja, wel. We speelden uit tegen Polokwane City. We moesten eerst naar de andere kant van Zuid-Afrika vliegen. Daarna wachtte nog een busreis van een aantal uur, richting de grens met Zimbabwe. Dan kom je echt in de Zuid-Afrikaanse wildernis terecht. Op een gegeven moment stak er plots een hele giraffenfamilie over. Dat zijn mooie dingen om mee te maken.”
Klinkt goed. Je hebt het eerste half jaar veel gespeeld, maar nu zit je op de bank. Biedt het leven daar dan ook wel een uitweg?
“We draaiden niet goed toen ik erin stond. De trainer heeft de keuze gemaakt voor de andere doelman en daarna zijn we weer meer gaan winnen. Ik snap dat hij nu niks verandert. Ik ga niet zeggen dat ik voetbal op een lager pitje heb gezet, maar ik probeer vooral te genieten hier. Van de omgeving, mijn gezin. We hebben al pinguïns en walvissen in de natuur gezien. Daarnaast zijn we op safari geweest. Het is hier gewoon een hele andere wereld.”
Het voelt soms nog steeds als vakantie
Boy de Jong
Voelt het soms dan een beetje als vakantie?
“Soms wel ja, nog steeds. Het is een hele bijzondere ervaring, echt genieten.”
Hoe vul jij je dagen verder in?
“We trainen in de ochtend. Rond een uur of één zijn we dan klaar. Vaak gaan we dan even ergens wat lunchen of wat drinken. Zoals ieder normaal mens eigenlijk.”
Hoe woon je daar?
“In een beschermd appartementencomplex in Somerset West, op zo’n twintig minuten rijden van Stellenbosch. We wonen in een prachtige omgeving. Er zit dus wel een hek omheen, maar daar merk je niet zo veel van.”
Krijg jij veel mee van de armoede in het land?
“Je weet wel dat het er is. Het verschil tussen arm en rijk is groot. Toch heb ik me nog geen enkele keer onveilig of bedreigd gevoeld. We wandelen hier gewoon over straat, gaan naar het strand en kunnen door Kaapstad lopen. Dat gaat allemaal prima.”
Ben je al wel eens in zo’n sloppenwijk geweest?
“Ja, we zijn daar met de selectie een aantal keer geweest voor maatschappelijke projecten. Wel onder begeleiding, natuurlijk. Die mensen vinden het geweldig als we er zijn. Ik ga niet in mijn eentje zo’n sloppenwijk in, maar laten we eerlijk zijn: in Amsterdam ben je tegenwoordig ook niet meer zo veilig.”
Hoe is het weer daar?
“Het was vandaag veertig graden. Het is hier hartje zomer, dus het is telkens rond de 35 graden.”
Komen er wel eens mensen bij je op bezoek?
“Mijn beste vriend en zijn vriendin zijn toevallig laatst geweest. Zij hebben hier tien dagen vertoefd. We hebben ze meegenomen naar alle trekpleisters hier. Ze vonden het helemaal geweldig.”
Het klinkt allemaal best goed daar. Kom jij ooit nog wel terug naar Nederland?
“Dat sowieso. Ik heb nog ambities in Europa, maar ik zou hier zeker nog wel een jaartje kunnen vertoeven. Maar ik wil in Europa zeker mijn talent nog wel laten zien.”